Sleutelstuk met schuine kant als profiel, waarin hol
1996.0001a
Sleutelstukken in Bruggestraat 44, Harderwijk   (gedeelte uit de tekst over dit pand)
Balklagen
De balklaag boven de begane grond is enkelvoudig en ligt evenwijdig aan de voorgevel en maakt een 19de-eeuwse indruk. De balklaag boven de verdieping is van oorsprong samengesteld en vier vakken diep, maar is nu enkelvoudig met tussenliggers. Tegen de balken was een in 1994 verwijderd stucplafond aangebracht. De sleutelstukken van de moerbalken hebben een eenvoudig profiel: een grote afschuining, waaraan evenwijdig een hol geboord is, dat maar net raakt aan de schuine voorzijde. De afschuining sluit met een kort recht opstaand vlak aan op de moerbalk. Bij tenminste twee sleutelstukken werd in dit hol een stokje aangetroffen, mogelijk stammend uit de tijd van het stucplafond. De huidige lengte van de sleutelstukken laat geen korbelen toe, deze lijken dus te stammen van de wijziging van de balklaag. Deze vorm van sleutelstukken is zeldzaam. Een eerste indruk bleek onjuist: die dat de vorm ontstaan zou zijn door het afzagen van de oorspronkelijke, langere sleutelstukken. Hierbij zou dan eerst een rond gat dwars door het sleutelstuk geboord moeten zijn, waarna dit gat net doorsneden werd door de afzaging onder een hoek van 45°. Het gevolg was dat het gat enigszins werkte als een hol. Immers ook peerkraalsleutelstukken werden gemaakt door eerst de gaten te boren en daarna de peer uit te zagen, waardoor deze tussen twee holle vormen kwam te zitten. Het afzagen van een aan de balk bevestigd sleutelstuk is moeilijker dan de vervaardiging ervan wanneer het nog niet bevestigd is. Het afzagen moest dan boven het hoofd gebeuren, hetgeen de keuze voor een eenvoudige vorm zeker in de hand gewerkt zal hebben.

Deze theorie is onjuist, aangezien in de balken geen sporen van de spijkergaten te zien zijn die horen bij lange sleutelstukken. Het ontbreken van die spijkergaten bewijst ook dat de balken dus mèt de huidige sleutelstukken nieuw ingebracht zijn. Het zijn dus niet de oude, die dan door de muursleuven omhoog gebracht zouden zijn. De reden voor de omslachtige bovengenoemde procedure vervalt daarmee. Wel is duidelijk dat de sleutelstukken samenhangen met een verbouwing, waarbij het vloerniveau gewijzigd werd. Daarom is het van belang dat ook in beide buurpanden ter linkerzijde soortgelijke verschijnselen te vinden zijn: in Bruggestraat 48 zijn wijzigingen aangebracht in de vloerniveaus, in Bruggestraat 46 vermoedelijk ook. Bruggestraat 48 heeft boven de tweede verdieping één sleutelstuk van het type Bruggestraat 44, hierna sleutelstuk type schuin met hol te noemen. Dezelfde balklaag heeft een veel dunner exemplaar dat dezelfde afschuining, met schubrandje, toont, maar (vermoedelijk vanwege de beperkte dikte) géén hol. Deze laatste vorm (4 cm dik) bevindt zich ook boven de tweede verdieping van Bruggestraat 46. Het type sleutelstuk schuin met hol is in 1977 ook aangetroffen in Grote Poortstraat 33. In dat geval geeft het in de achtergevel aanwezige jaartal 1639 mogelijk houvast voor de datering ervan. Als datering van deze sleutelstukken, en daarmee ook van de bijbehorende ingrepen, wordt voorlopig aan de 16de of 17de eeuw gedacht. Bij de herstelwerkzaamheden van 1994 zijn diverse sleutelstukken van de balken gesloopt om de geheel verrotte balkkoppen op te vangen op een eronder geschroefde, ingemetselde korte balk.